Afrikaans–English dictionary

English translation of the Afrikaans word sluithaak

Afrikaans → English
  
AfrikaansEnglish (translated indirectly)Esperanto
(toemaak)
(toemaak);
🔗 Sy sluit die deur agter haar.

AfrikaansEnglish
sluithaak cabin‐hook; clasp
haak angle; barb; brace; catch; chape; clasp; clench; clencher; clevis; clinch; clincher; crook; dog; drag; hanger; fastening; loop; gaff; grip; hasp; hitch; hook; grappling‐iron; lifter; pelican; tache; tenon; trammel
sluit balance; clasp; close; close up; conclude; effect; fasten; negotiate; fold; hasp; key; knit up; contract; lock; make; occlude; prorogue; seal; shut; shut down