Afrikaans–English dictionary

English translation of the Afrikaans word grensbewoner

Afrikaans → English
  
AfrikaansEnglish (translated indirectly)Esperanto
(inwoner); ;
denizen
compatriot
; ;
🔗 Die grens met Italië het ’n lengte van 39 km.

AfrikaansEnglish
grensbewoner frontiersman
bewoner denizen; dweller; inhabitant; habitant; inmate; occupant; occupier; resident; resider
grens abut; abutment; blub; blubber; boohoo; border; bound; boundary; bourn; circuit; compass; confine; divide; cry; margin; skirt; term; frontier; grizzle; limit; line; march; mete; mewl; mere; pale; purlieu; pule; reach; snivel; verge; whimper; whine