Synoniemen: ongelegen, ongemakkelijk, inconveniënt
Woordsoort | bijvoeglijk naamwoord |
---|
Uitspraak | /ˈɔŋɣəˈsxɪkt/ |
---|
Afbreking | on·ge·schikt |
---|
Trappen van vergelijking
Stellende trap | ongeschikt |
---|
Vergrotende trap | ongeschikter |
---|
Overtreffende trap | ongeschiktst |
---|
Verbuiging
| Stellende trap | Vergrotende trap | Overtreffende trap |
---|
Predicatief | ongeschikt | ongeschikter | (het) ongeschiktst, (het) ongeschiktste |
---|
Attributief | Onbepaald | Manlijk en vrouwelijk enkelvoud | ongeschikte | ongeschiktere | ongeschiktste |
---|
Onzijdig enkelvoud | ongeschikt | ongeschikter | ongeschiktst |
---|
Meervoud | ongeschikte | ongeschiktere | ongeschiktste |
---|
Bepaald | ongeschikte | ongeschiktere | ongeschiktste |
---|
Partitief | ongeschikts | ongeschikters | |
---|