Informatie over het woord kerk (Nederlands → Esperanto: kirko)

Synoniem: kerkgebouw

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/kɛrᵊk/
Afbrekingkerk
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudkerken

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
kerkjekerkjes

Voorbeelden van gebruik

De mannen stegen af, bonden hun paarden aan een boom en betraden de kerk.
De partij stelt voor om de minst populaire kerken en kapellen een andere bestemming te geven.
Hij liep door naar de speelzaal waar het vol was, maar stil als in een kerk.
De verlaten kerk verkeerde in een staat van groot verval.
In België werden belangrijke personen vaak in de kerk begraven.
Ik heb gehoord dat de kerken in Rome en Ravenna zo vol gouden versieringen en met edelstenen bezette snuisterijen zijn gepakt dat er voor iets anders nauwelijks meer ruimte is.

Vertalingen

Afrikaanskerk
Catalaansesglésia
DuitsKirche; Kirchengebäude
Engelschurch
Engels (Oudengels)cirice
Esperantokirko; preĝejo
Faeröerskirkja
Finskirkko
Franséglise
Grieksεκκλησία; ναός
IJslandskirkja
Jamaicaans Creoolschoch
Latijnecclesia
LuxemburgsKrech; Kierch
Nederduitskarke
Papiamentskerki; misa
Spaansiglesia; iglesia cristiana
Sranankerki
Tagalogsimbahan
Thaisโบส; โบสถ์
Turkskilise
Welseglwys