Informatie over het woord kerk (Nederlands → Esperanto: eklezio)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/kɛrᵊk/
Afbrekingkerk
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudkerken

Voorbeelden van gebruik

Ik mag dus aannemen dat u zich definitief uit de kerk hebt teruggetrokken?
Als de kerk de mensen gaat zeggen wat wel en niet mag in het land, gaat het goed mis.
Hij zou het in de kerk ver gebracht hebben.
Aan het einde van zijn gebed op het Sint‐Pietersplein in Vaticaanstad heeft paus Franciscus zijn steun uitgesproken voor de kerk.

Vertalingen

Afrikaanskerk
Engelschurch
Esperantoeklezio