Informatie over het woord helpen (Nederlands → Esperanto: utili)

Synoniemen: baten, van nut zijn

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɦɛlpə(n)/
Afbrekinghel·pen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) help(ik) hielp
(jij) helpt(jij) hielp
(hij) helpt(hij) hielp
(wij) helpen(wij) hielpen
(jullie) helpen(jullie) hielpen
(gij) helpt(gij) hielpt
(zij) helpen(zij) hielpen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) helpe(dat ik) hielpe
(dat jij) helpe(dat jij) hielpe
(dat hij) helpe(dat hij) hielpe
(dat wij) helpen(dat wij) hielpen
(dat jullie) helpen(dat jullie) hielpen
(dat gij) helpet(dat gij) hielpet
(dat zij) helpen(dat zij) hielpen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
helphelpt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
helpend, helpende(hebben) geholpen

Voorbeelden van gebruik

Dat helpt niets.
Tegen heksen hielp slechts één middel.

Vertalingen

Duitsdienen; frommen; nützen
Engelsavail
Esperantoutili
Faeröersgagna; nytta
Italiaansessere utile; giovare; servire; utilizzare
Papiamentsprobechá
Portugeesser útil
Saterfriesnutsje; tjoonje
Spaansaprovechar
Westerlauwers Friesbate; helpe
Zweedsgagna