Informatie over het woord eigendom (Nederlands → Esperanto: posedaĵo)

Synoniemen: bezit, bezitting, goed, vermogen

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈɛi̯ɣə(n)dɔm/
Afbrekingei·gen·dom
Geslachtonzijdig
Meervoudeigendommen

Voorbeelden van gebruik

Stuur kapitein Arflane weg en verdeel de eigendommen zoals het testament aangeeft.
Dit terrein is het eigendom van een zekere Um‐Foad, een bewoner van het dorp Az‐Khaf, dat u ginds ziet liggen.
De zakkenroller greep ernaar, dus werd het ding zijn eigendom.

Vertalingen

Deensejendom
DuitsBesitz; Besitztum; Besitzung; Eigentum; Gut
Engelspossession; property
Engels (Oudengels)æht
Esperantoposedaĵo; proprietaĵo
Faeröersogn
Franspossession
IJslandseign
Italiaanspossesso
Nederduitseygendom
Noorseiendom
Papiamentspropiedat
Portugeespossessão; propriedade
SaterfriesBesit; Besittenge; Goud; Oaindum
Schotsaucht
Spaansposesión
Westerlauwers Friesbesit; besitting; eigendom
Zweedsegendom