Informatie over het woord Besitz (Duits → Esperanto: posedaĵo)

Synoniemen: Besitztum, Besitzung, Eigentum, Gut

Uitspraak/bəˈzits/
Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtonzijdig

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefBesitzBesitze
GenitiefBesitzesBesitze
DatiefBesitz, BesitzeBesitzen
AccusatiefBesitzBesitze

Vertalingen

Deensejendom
Engelspossession; property
Engels (Oudengels)æht
Esperantoposedaĵo
Faeröersogn
Franspossession
IJslandseign
Italiaanspossesso
Nederduitseygendom
Nederlandsbezit; bezitting; eigendom; goed; vermogen
Noorseiendom
Papiamentspropiedat
Portugeespossessão; propriedade
SaterfriesBesit; Besittenge; Goud; Oaindum
Schotsaucht
Spaansposesión
Westerlauwers Friesbesit; besitting
Zweedsegendom