Informatie over het woord verslechteren (Nederlands → Esperanto: plimalboniĝi)

Synoniem: verergeren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈslɛxtərə(n)/
Afbrekingver·slech·te·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verslechter(ik) verslechterde
(jij) verslechtert(jij) verslechterde
(hij) verslechtert(hij) verslechterde
(wij) verslechteren(wij) verslechterden
(jullie) verslechteren(jullie) verslechterden
(gij) verslechtert(gij) verslechterdet
(zij) verslechteren(zij) verslechterden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verslechtere(dat ik) verslechterde
(dat jij) verslechtere(dat jij) verslechterde
(dat hij) verslechtere(dat hij) verslechterde
(dat wij) verslechteren(dat wij) verslechterden
(dat jullie) verslechteren(dat jullie) verslechterden
(dat gij) verslechteret(dat gij) verslechterdet
(dat zij) verslechteren(dat zij) verslechterden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verslechterverslechtert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verslechterend, verslechterende(zijn) verslechterd

Vertalingen

Albaneesacarohet
Duitsschlechter werden; sich verschlechtern
Engelsworsen; deteriorate
Esperantoplimalboniĝi; malpliboniĝi