Informatie over het woord verslechteren (Nederlands → Esperanto: plimalbonigi)

Synoniemen: verergeren, verslimmeren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈslɛxtərə(n)/
Afbrekingver·slech·te·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verslechter(ik) verslechterde
(jij) verslechtert(jij) verslechterde
(hij) verslechtert(hij) verslechterde
(wij) verslechteren(wij) verslechterden
(jullie) verslechteren(jullie) verslechterden
(gij) verslechtert(gij) verslechterdet
(zij) verslechteren(zij) verslechterden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verslechtere(dat ik) verslechterde
(dat jij) verslechtere(dat jij) verslechterde
(dat hij) verslechtere(dat hij) verslechterde
(dat wij) verslechteren(dat wij) verslechterden
(dat jullie) verslechteren(dat jullie) verslechterden
(dat gij) verslechteret(dat gij) verslechterdet
(dat zij) verslechteren(dat zij) verslechterden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verslechterverslechtert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verslechterend, verslechterende(hebben) verslechterd

Voorbeelden van gebruik

Maar als Rusland doorgaat om zaken te verslechteren, dan kunnen er meer sancties volgen; zo simpel is het.

Vertalingen

Albaneesacaroj
Duitsverschlechtern; verschlimmern
Engelsaggravate; compound
Esperantoplimalbonigi
Fransaggraver
Hongaarsront
Latijnacerbare
Saterfriesfersljuchterje