Informatie over het woord belagen (Nederlands → Esperanto: insidi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈlaɣə(n)/
Afbrekingbe·la·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) belaag(ik) belage
(jij) belaagt(jij) belage
(hij) belaagt(hij) belage
(wij) belagen(wij) belagen
(jullie) belagen(jullie) belagen
(gij) belaagt(gij) belaget
(zij) belagen(zij) belagen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) belage(dat ik) belage
(dat jij) belage(dat jij) belage
(dat hij) belage(dat hij) belage
(dat wij) belagen(dat wij) belagen
(dat jullie) belagen(dat jullie) belagen
(dat gij) belaget(dat gij) belaget
(dat zij) belagen(dat zij) belagen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
belaagbelaagt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
belagend, belagende(hebben) belaagd

Vertalingen

Catalaansinsidiar
Duitsauflauern; nachstellen
Engelsset a trap; set a trap for; ensnare; lay a snare for; waylay
Esperantoinsidi
Finsväijyä
Franscomploter; tendre un piège
Portugeesinsidiar
Saterfriesapluurje
Spaansacechar