Informatie over het woord delen (Nederlands → Esperanto: kunhavigi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈdelə(n)/
Afbrekingde·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) deel(ik) deelde
(jij) deelt(jij) deelde
(hij) deelt(hij) deelde
(wij) delen(wij) deelden
(jullie) delen(jullie) deelden
(gij) deelt(gij) deeldet
(zij) delen(zij) deelden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) dele(dat ik) deelde
(dat jij) dele(dat jij) deelde
(dat hij) dele(dat hij) deelde
(dat wij) delen(dat wij) deelden
(dat jullie) delen(dat jullie) deelden
(dat gij) delet(dat gij) deeldet
(dat zij) delen(dat zij) deelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
deeldeelt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
delend, delende(hebben) gedeeld

Voorbeelden van gebruik

Een foto waarop hij met zijn benen op het bureau van Pelosi zat, werd woensdag veel gedeeld.
Het Oekraïense leger heeft vrijdag beelden gedeeld van het neerschieten van een Russisch gevechtsvliegtuig.

Vertalingen

Engelsshare
Esperantokunhavigi
Westerlauwers Friesdiele