Informatie over het woord opladen (Nederlands → Esperanto: ŝargi)

Synoniem: laden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɔpladə(n)/
Afbrekingop·la·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) laad op(ik) laadde op
(jij) laadt op(jij) laadde op
(hij) laadt op(hij) laadde op
(wij) laden op(wij) laadden op
(jullie) laden op(jullie) laadden op
(gij) laadt op(gij) laaddet op
(zij) laden op(zij) laadden op
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) oplade(dat ik) oplaadde
(dat jij) oplade(dat jij) oplaadde
(dat hij) oplade(dat hij) oplaadde
(dat wij) opladen(dat wij) oplaadden
(dat jullie) opladen(dat jullie) oplaadden
(dat gij) opladet(dat gij) oplaaddet
(dat zij) opladen(dat zij) oplaadden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
laad oplaadt op
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
opladend, opladende(hebben) opgeladen

Vertalingen

Catalaanscarregar
Duitsladen
Engelscharge; load
Esperantoŝargi
Faeröersløða
Franscharger
Portugeescarregar
Roemeensîncărca
Saterfriesleede
Spaanscargar
Tsjechischnabíjet; nabít; nakládat; naložit; naplnit
Westerlauwers Frieslade