Informatie over het woord laden (Duits → Esperanto: ŝargi)

Uitspraak/ˈlaːdən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) lade(ich) lud
(du) lädst(du) ludest, ludst
(er) lädt(er) lud
(wir) laden(wir) luden
(ihr) ladet(ihr) ludet
(sie) laden(sie) luden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) lade(ich) lüde
(du) ladest(du) lüdest
(er) lade(er) lüde
(wir) laden(wir) lüden
(ihr) ladet(ihr) lüdet
(sie) laden(sie) lüden
Gebiedende wijs
(du) lade
(ihr) ladet
laden Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
ladend(haben) geladen

Vertalingen

Catalaanscarregar
Engelscharge; load
Esperantoŝargi
Faeröersløða
Franscharger
Nederlandsladen; opladen
Portugeescarregar
Roemeensîncărca
Saterfriesleede
Spaanscargar
Tsjechischnabíjet; nabít; nakládat; naložit; naplnit
Westerlauwers Frieslade