Informatie over het woord kidnappen (Nederlands → Esperanto: kidnapi)

Synoniem: ontvoeren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈkɪtnɛpə(n)/
Afbrekingkid·nap·pen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) kidnap(ik) kidnapte
(jij) kidnapt(jij) kidnapte
(hij) kidnapt(hij) kidnapte
(wij) kidnappen(wij) kidnapten
(jullie) kidnappen(jullie) kidnapten
(gij) kidnapt(gij) kidnaptet
(zij) kidnappen(zij) kidnapten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) kidnappe(dat ik) kidnapte
(dat jij) kidnappe(dat jij) kidnapte
(dat hij) kidnappe(dat hij) kidnapte
(dat wij) kidnappen(dat wij) kidnapten
(dat jullie) kidnappen(dat jullie) kidnapten
(dat gij) kidnappet(dat gij) kidnaptet
(dat zij) kidnappen(dat zij) kidnapten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
kidnapkidnapt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
kidnappend, kidnappende(hebben) gekidnapt

Voorbeelden van gebruik

Een man en een vrouw die in november een destijds 17‐jarig meisje hadden ontvoerd in het Limburgse dorp Sevenum, hebben mogelijk nog iemand gekidnapt.
Tientallen mensen kwamen om het leven, onder wie meerdere van de gekidnapte geologen.
Welke redenen zou men eigenlijk kunnen hebben om zo’n onschuldige kerel als Harry Marton te kidnappen?

Vertalingen

Afrikaansontvoer
Albaneesrrëmbej
Duitskidnappen
Engelskidnap
Esperantokidnapi; homrabi
Papiamentssekuestrá