Informatie over het woord kidnappen (Nederlands → Esperanto: infanrabi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈkɪtnɛpə(n)/

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) kidnap(ik) kidnapte
(jij) kidnapt(jij) kidnapte
(hij) kidnapt(hij) kidnapte
(wij) kidnappen(wij) kidnapten
(jullie) kidnappen(jullie) kidnapten
(gij) kidnapt(gij) kidnaptet
(zij) kidnappen(zij) kidnapten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) kidnappe(dat ik) kidnapte
(dat jij) kidnappe(dat jij) kidnapte
(dat hij) kidnappe(dat hij) kidnapte
(dat wij) kidnappen(dat wij) kidnapten
(dat jullie) kidnappen(dat jullie) kidnapten
(dat gij) kidnappet(dat gij) kidnaptet
(dat zij) kidnappen(dat zij) kidnapten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
kidnapkidnapt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
kidnappend, kidnappende(hebben) gekidnapt

Voorbeelden van gebruik

Ik wist dat ik haar of mezelf met geen mogelijkheid zou kunnen tegenhouden, dus ging ik op weg naar het huis van John Power om dat meisje op te wachten en haar te kidnappen.

Vertalingen

Esperantoinfanrabi