Informatie over het woord afkeren (Nederlands → Esperanto: deturni)

Synoniemen: afdraaien, afwenden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɑfkeːrə(n)/
Afbrekingaf·ke·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) keer af(ik) keerde af
(jij) keert af(jij) keerde af
(hij) keert af(hij) keerde af
(wij) keren af(wij) keerden af
(jullie) keren af(jullie) keerden af
(gij) keert af(gij) keerdet af
(zij) keren af(zij) keerden af
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) afkere(dat ik) afkeerde
(dat jij) afkere(dat jij) afkeerde
(dat hij) afkere(dat hij) afkeerde
(dat wij) afkeren(dat wij) afkeerden
(dat jullie) afkeren(dat jullie) afkeerden
(dat gij) afkeret(dat gij) afkeerdet
(dat zij) afkeren(dat zij) afkeerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
keer afkeert af
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
afkerend, afkerende(hebben) afgekeerd

Voorbeelden van gebruik

Toen hij zich afkeerde om te gaan, meende hij wederom muziek te horen.

Vertalingen

Catalaanscanviar de direcció; desviar
Duitsableiten; abwenden; entwenden
Engelsturn away; avert
Esperantodeturni
Faeröersbeina burtur; snara
Fransdétourner
Portugeesdesviar
Saterfriesoukiere; outraale
Spaanscambiar de dirección; desviar
Westerlauwers Friesôfdraaie