Informatie over het woord bedanken (Nederlands → Esperanto: danki)

Synoniemen: dank betuigen, danken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈdɑŋkə(n)/
Afbrekingbe·dan·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) bedank(ik) bedankte
(jij) bedankt(jij) bedankte
(hij) bedankt(hij) bedankte
(wij) bedanken(wij) bedankten
(jullie) bedanken(jullie) bedankten
(gij) bedankt(gij) bedanktet
(zij) bedanken(zij) bedankten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) bedanke(dat ik) bedankte
(dat jij) bedanke(dat jij) bedankte
(dat hij) bedanke(dat hij) bedankte
(dat wij) bedanken(dat wij) bedankten
(dat jullie) bedanken(dat jullie) bedankten
(dat gij) bedanket(dat gij) bedanktet
(dat zij) bedanken(dat zij) bedankten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
bedankbedankt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bedankend, bedankende(hebben) bedankt

Voorbeelden van gebruik

Ik zou je eigenlijk moeten bedanken.
Je behoeft me niet te bedanken.
De Witrussische president bedankte zijn Russische collega vandaag voor zijn steun en zei opnieuw dat hij zich zal inzetten voor grondwetshervormingen.
Graag zouden we onze gastheer hebben gezien en bedankt.

Vertalingen

Afrikaansbedank
Catalaansagrair; regraciar
Deenstakke
Duitsdanken; sich bedanken; sich bedanken bei
Engelsthank
Engels (Oudengels)þancian
Esperantodanki
Faeröerstakka
Finskiittää
Fransremercier
Hongaarsköszön
IJslandsþakka
Italiaansringraziare
Nederduitsdanken
Noorstakke
Papiamentsgradisí
Poolsdziękować
Portugeesagradecer; dever; render graças a
Roemeensmulțumi
Russischблагодарить
Saterfriesbetonkje; fertonkje; tonkje
Spaansagradecer; dar gracias; dar gracias a
Sranantaki tangi; tangi; tanyi
Thaisขอบคุณ; ขอบใจ
Westerlauwers Friestankje; tanke
Zweedstacka