Informatie over het woord kruk (Nederlands → Esperanto: tenilo)

Synoniemen: hals, handvat, heft, knop, steel, hecht, hengsel

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/krɵk/
Afbrekingkruk

Voorbeelden van gebruik

„Maar hier is iemand”, zei Tom Poes en zonder verder te aarzelen draaide hij de kruk om en stapte het vertek binnen, dat achter de winkel lag.

Vertalingen

Esperantotenilo