Informatie over het woord afwenden (Nederlands → Esperanto: deturni)

Synoniemen: afdraaien, afkeren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɑfʋɛndə(n)/
Afbrekingaf·wen·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) wend af(ik) wendde af
(jij) wendt af(jij) wendde af
(hij) wendt af(hij) wendde af
(wij) wenden af(wij) wendden af
(jullie) wenden af(jullie) wendden af
(gij) wendt af(gij) wenddet af
(zij) wenden af(zij) wendden af
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) afwende(dat ik) afwendde
(dat jij) afwende(dat jij) afwendde
(dat hij) afwende(dat hij) afwendde
(dat wij) afwenden(dat wij) afwendden
(dat jullie) afwenden(dat jullie) afwendden
(dat gij) afwendet(dat gij) afwenddet
(dat zij) afwenden(dat zij) afwendden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
wend afwendt af
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
afwendend, afwendende(hebben) afgewend

Voorbeelden van gebruik

Levende in de schaduw van Hobbel bracht hij zijn jeugd door, terwijl hij, gebukt onder angst en onzekerheid zocht naar een middel om onheil af te wenden.
Hij wendde de blik af en keek vooruit.
De VS moeten Taiwan veel meer steunen, zeker nu er nog tijd is om een Chinese aanval af te wenden.
Er bestond gevaar dat koste wat het kostte moest worden afgewend.

Vertalingen

Catalaanscanviar de direcció; desviar
Duitsableiten; abwenden; entwenden
Engelsturn away; divert; avert
Esperantodeturni
Faeröersbeina burtur; snara
Fransdétourner
Portugeesdesviar
Saterfriesoukiere; outraale
Spaanscambiar de dirección; desviar
Westerlauwers Friesôfdraaie