Informasie oor die woord vragen (Nederlands → Esperanto: peti)

Sinonieme: aanvragen, inroepen, verzoeken, vragen om, aanzoeken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈvraɣə(n)/
Afbrekingvra·gen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) vraag(ik) vraagde, vroeg
(jij) vraagt(jij) vraagde, vroeg
(hij) vraagt(hij) vraagde, vroeg
(wij) vragen(wij) vraagde, vroegen
(jullie) vragen(jullie) vraagde, vroegen
(gij) vraagt(gij) vraagdet, vroegt
(zij) vragen(zij) vraagde, vroegen
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) vrage(dat ik) vraagde, vroege
(dat jij) vrage(dat jij) vraagde, vroege
(dat hij) vrage(dat hij) vraagde, vroege
(dat wij) vragen(dat wij) vraagden, vroegen
(dat jullie) vragen(dat jullie) vraagden, vroegen
(dat gij) vraget(dat gij) vraagdet, vroeget
(dat zij) vragen(dat zij) vraagden, vroegen
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
vraagvraagt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
vragend, vragende(hebben) gevraagd

Voorbeelde van gebruik

Waarom vraag je geen hulp?
Het was of ze hem een gunst vroegen.
Moet je het niet eerst aan je kapitein vragen?

Vertalinge

Afrikaansvra; vra vir
Albanieskërkoj
Deensbede
Duitsbitten; ersuchen
Engelsask; beg; seek
Engels (Ou Engels)biddan
Esperantopeti
Faroëesbiðja; biðja um
Finspyytää
Fransdemander; prier
Grieksαιτώ
Grieks (Ou Grieks)αἰτέω
Italiaanschiedere
Jamaikaanse Patoiskaal; aks
Jiddisjבעטן
Katalaansdemanar
Latynpetere; rogare
Papiamentssuplicá
Poolsprosić
Portugeespedir
Roemeenscere
Saterfriesanhoolde; bidje
Spaanspedir; rogar
Srananbegi
Swahili‐omba
Sweedsanmoda; ansöka; bedja
Thaiขอ; ชวน
Wes‐Friesfersykje; freegje om; freegje
Yslandsbiðja; biðja um