Informasie oor die woord macht (Nederlands → Esperanto: povo)

Sinonieme: vermogen, kracht

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/mɑxt/
Afbrekingmacht
Geslaghistories vroulik, teënwoordig ook manlik
Meervoudmachten

Voorbeelde van gebruik

Welk gebruik maakt hij van de macht van de steen?
Eén ogenblik ontsnapte de deur aan mijn macht en begon zich te openen.
Onderschat hun macht niet.
De god was al zijn macht kwijtgeraakt.
Hij heeft grote macht!

Vertalinge

Afrikaansmag; vermoë
DuitsFähigkeit; Gewalt; Können; Kraft; Macht; Vermögen
Engelspower
Engels (Ou Engels)mægen; mæht; meaht; miht
Esperantopovo
Faroëesmegi
Franscapacité; habilité
Latynops
Nederduitskracht
Papiamentspoder
Portugeesfaculdade; habilidade; poder
SaterfriesGewalt; Konnen; Kraft; Macht
Skots-Gaeliescumhachd
Spaanspoder; virtud
Sweedsmakt
Thaiจำนาจ
Wes‐Friesfermogen; macht