Informasie oor die woord Macht (Duits → Esperanto: povo)

Sinonieme: Fähigkeit, Gewalt, Können, Kraft, Vermögen

Uitspraak/maxt/
Woordsoortselfstandige naamwoord
Geslagvroulik

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefMachtMächte
GenitiefMachtMächte
DatiefMachtMächten
AkkusatiefMachtMächte

Vertalinge

Afrikaansmag; vermoë
Engelspower
Engels (Ou Engels)mægen; mæht; meaht; miht
Esperantopovo
Faroëesmegi
Franscapacité; habilité
Latynops
Nederduitskracht
Nederlandsmacht; vermogen; kracht
Papiamentspoder
Portugeesfaculdade; habilidade; poder
SaterfriesGewalt; Konnen; Kraft; Macht
Skots-Gaeliescumhachd
Spaanspoder; virtud
Sweedsmakt
Thaiจำนาจ
Wes‐Friesfermogen; macht