Informasie oor die woord macht (Nederlands → Esperanto: potenco)

Sinonieme: mogendheid, gezag

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/mɑxt/
Afbrekingmacht

Voorbeelde van gebruik

Zo’n politieagent heeft gewoon te veel macht!
In 1870 was het gedaan met de wereldlijke macht van de pausen.
Een ontheffing uit de ouderlijke macht wordt opgelegd als ouders zich verwijtbaar misdragen tegenover hun kind.
De Tweede Kamer is in Nederland de wetgevende macht.
Volgens Jacenjuk is het een poging van Janukovyč nog meer macht naar zich toe te trekken.

Vertalinge

Afrikaansmag; moondheid
Engelspower
Esperantopotenco
Nederduitsmacht