Informatie over het woord adjudge (Engels → Esperanto: juĝi)

Synoniemen: judge, rule, try, adjudicate

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/əˈdʒɐdʒ/, /æˈdʒɐdʒ/
Afbrekingad·judge
Shaw‐alfabet𐑨𐑡𐑳𐑡
Deseret‐alfabet𐐰𐐾𐐲𐐾

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) adjudge(I) adjudged
(thou) adjudgest(thou) adjudgedst
(he) adjudges, adjudgeth(he) adjudged
(we) adjudge(we) adjudged
(you) adjudge(you) adjudged
(they) adjudge(they) adjudged
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) adjudge (I) adjudged
(thou) adjudge(thou) adjudged
(he) adjudge(he) adjudged
(we) adjudge(we) adjudged
(you) adjudge(you) adjudged
(they) adjudge(they) adjudged
Gebiedende wijs
adjudge
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
adjudgingadjudged

Voorbeelden van gebruik

I am about to adjudge you a pirate.

Vertalingen

Catalaansjutjar
Deensdømme
Duitsrichten; urteilen; beurteilen; aburteilen
Engels (Oudengels)deman
Esperantojuĝi
Faeröersdøma
Finstuomita
Fransjuger
Latijncensere; iudicare
Nederlandsoordelen
Papiamentshusga; huzga
Portugeesjulgar
Saterfriesbeuurdeelje; gjuchte; uurdeelje
Spaansjuzgar
Tsjechischposuzovat; soudit
Westerlauwers Friesoardielje
Zweedsdöma