Informatie over het woord ship (Engels → Esperanto: ekspedi)

Synoniemen: dispatch, send off, consign, forward

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ʃɪp/
Afbrekingship
Shaw‐alfabet𐑖𐑦𐑐
Deseret‐alfabet𐑇𐐮𐐹

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) ship(I) shipped
(thou) shippest(thou) shippedst
(he) ships, shippeth(he) shipped
(we) ship(we) shipped
(you) ship(you) shipped
(they) ship(they) shipped
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) ship (I) shipped
(thou) ship(thou) shipped
(he) ship(he) shipped
(we) ship(we) shipped
(you) ship(you) shipped
(they) ship(they) shipped
Gebiedende wijs
ship
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
shippingshipped

Voorbeelden van gebruik

Last year, the US accused North Korea of covertly shipping artillery shells to Russia.

Vertalingen

Catalaansexpedir
Deensafsende
Duitsabfertigen; befördern; expedieren; fortsenden; spedieren; absenden; wegschicken; aufgeben; verfrachten; versenden
Esperantoekspedi
Faeröersavgreiða
Fransexpédier
Nederlandsafzenden; expediëren; verzenden
Portugeesaviar; despachar; expedir
Saterfriesexpedierje; oufäidigje; skafje; spedierje; wächseende
Spaansenviar
Westerlauwers Friesôfstjoere