Informatie over het woord abfertigen (Duits → Esperanto: ekspedi)

Synoniemen: befördern, expedieren, fortsenden, spedieren, absenden, wegschicken, aufgeben, verfrachten, versenden

Uitspraak/ˈapfɛrtiɡən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) abfertige (ich) abfertigte
(du) abfertigst (du) abfertigtest
(er) abfertigt (er) abfertigte
(wir) abfertigen (wir) abfertigten
(ihr) abfertigt (ihr) abfertigtet
(sie) abfertigen (sie) abfertigten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) abfertige (ich) abfertigte
(du) abfertigest (du) abfertigtest
(er) abfertige (er) abfertigte
(wir) abfertigen (wir) abfertigten
(ihr) abfertiget (ihr) abfertigtet
(sie) abfertigen (sie) abfertigten
Gebiedende wijs
(du) fertige ab
(ihr) abfertigt
abfertigen Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
abfertigend(haben) abgefertigt

Vertalingen

Catalaansexpedir
Deensafsende
Engelsdispatch
Esperantoekspedi
Faeröersavgreiða
Fransexpédier
Nederlandsafzenden; expediëren; verzenden
Portugeesaviar; despachar; expedir
Saterfriesexpedierje; oufäidigje; skafje; spedierje; wächseende
Spaansdespachar; enviar; expedir
Westerlauwers Friesôfstjoere