Informatie over het woord Morgen (Duits → Esperanto: mateno)

Uitspraak/ˈmɔrɡən/
AfbrekingMor·gen
Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtmanlijk

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefMorgenMorgen
GenitiefMorgensMorgen
DatiefMorgenMorgen
AccusatiefMorgenMorgen

Voorbeelden van gebruik

Als er am nächsten Morgen zur Arbeit gefahren war, machte sie sich daran, den Garten zu untersuchen.
Sie atmeten immer erleichtert auf, wenn der nächste Morgen anbrach.

Vertalingen

Albaneesmëngjes
Catalaansmatí
Deensmorgen
Engelsmorning
Engels (Oudengels)morgen
Esperantomateno
Faeröersmorgun
Finsaamu
Fransmatin; matinée
Hawaiaanskakahiaka
Hongaarsreggel
IJslandsmorgun
Italiaansmattina
Latijnmane
Nederlandsmorgen; ochtend
Noorsmorgen
Papiamentsamanesé; mainta; maishi; manita
Poolsranek
Portugeesmanhã
Roemeensdimineață
Russischутро
SaterfriesMäiden
Schotsforenuin
Schots-Gaelischmadainn
Spaansmañana
Srananmamanten
Thaisเช้า; ตอนเช้า
Tsjechischdopoledne; ráno
Turkssabah
Welsbore
Westerlauwers Friesmoarn
Zweedsmorgon