Informatie over het woord Morgen (Duits → Esperanto: morgo)

Uitspraak/ˈmɔrɡən/
AfbrekingMor·gen
Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtmanlijk

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefMorgenMorgen
GenitiefMorgensMorgen
DatiefMorgenMorgen
AccusatiefMorgenMorgen

Vertalingen

Engelsmorgen
Esperantomorgo
Nederlandsmorgen
Noorsmorgen
Poolsjutrzyna; morga; mórg
Russischморг
Tsjechischjitro
Zweedsmorgen