Informatie over het woord ganz (Duits → Esperanto: integra)

Synoniemen: integral, vollständig, uneingeschränkt, unversehrt, unverletzt

Uitspraak/ɡants/
Afbrekingganz
Woordsoortbijvoeglijk naamwoord

Vertalingen

Engelsintegral
Esperantointegra
Faeröersheilur; reiðiligur
Grieksακέραιος
Nederlandsintegraal; onaangetast; ongeschonden
Portugeesintegral
Spaanscompleto; integro