Informatie over het woord beginnen (Duits → Esperanto: inaŭguri)

Synoniemen: einwehen, eröffnen, inaugurieren, enthüllen, einleiten

Uitspraak/bəˈɡɪnən/
Afbrekingbe·gin·nen
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) beginne(ich) begann
(du) beginnst(du) begannst
(er) beginnt(er) begann
(wir) beginnen(wir) begannen
(ihr) beginnt(ihr) begannt
(sie) beginnen(sie) begannen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) beginne(ich) begänne, begönne
(du) beginnest(du) begännest, begönnest
(er) beginne(er) begänne, begönne
(wir) beginnen(wir) begännen, begönnen
(ihr) beginnet(ihr) begännet, begönnet
(sie) beginnen(sie) begännen, begönnen
Gebiedende wijs
(du) beginne
(ihr) beginnt
beginnen Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
beginnend(haben) begonnen

Vertalingen

Catalaansinaugurar
Engelsinaugurate
Esperantoinaŭguri; inaŭguracii
Faeröersvíga
Fransinaugurer
Nederlandsinaugureren; inwijden; onthullen
Portugeesinaugurar
Spaansinaugurar