Informatie over het woord heiraten (Duits → Esperanto: edziĝi)

Synoniemen: sich verehelichen, sich verheiraten

Uitspraak/ˈhaɪraːtən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) heirate(ich) heiratete
(du) heiratest(du) heiratetest
(er) heiratet(er) heiratete
(wir) heiraten(wir) heirateten
(ihr) heiratet(ihr) heiratetet
(sie) heiraten(sie) heirateten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) heirate(ich) heiratete
(du) heiratest(du) heiratetest
(er) heirate(er) heiratete
(wir) heiraten(wir) heirateten
(ihr) heiratet(ihr) heiratetet
(sie) heiraten(sie) heirateten
Gebiedende wijs
(du) heirate
(ihr) heiratet
heiraten Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
heiratend(haben) geheiratet

Voorbeelden van gebruik

Warum hast du eigentlich nicht wieder geheiratet?

Vertalingen

Afrikaanstrou
Deensgifte sig
Engelsget married; marry; wed
Esperantoedziĝi
Faeröersgiftast
Fransse marier
Hawaiaansmale
IJslandsgifta sig; giftast
Italiaansammogliarsi
Luxemburgssech bestueden
Maleiskahwin
Nederlandsin het huwelijk treden; trouwen; huwen
Papiamentskasa
Poolsożenić się
Portugeescasar‐se
Saterfrieshilkje; sik ferhilkje
Schotsmairy
Spaanscasarse
Thaisแต่งงาน
Westerlauwers Friesboaskje
Zweedsgifta sig