Informatie over het woord behaupten (Duits → Esperanto: aserti)

Synoniemen: versichern, beteuern

Uitspraak/bəˈhaʊptən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) behaupte(ich) behauptete
(du) behauptest(du) behauptetest
(er) behauptet(er) behauptete
(wir) behaupten(wir) behaupteten
(ihr) behauptet(ihr) behauptetet
(sie) behaupten(sie) behaupteten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) behaupte(ich) behauptete
(du) behauptest(du) behauptetest
(er) behaupte(er) behauptete
(wir) behaupten(wir) behaupteten
(ihr) behauptet(ihr) behauptetet
(sie) behaupten(sie) behaupteten
Gebiedende wijs
(du) behaupte
(ihr) behauptet
behaupten Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
behauptend(haben) behauptet

Voorbeelden van gebruik

Und ich wage von mir zu behaupten, daß ich weiter vorgedrungen bin als die meisten Medien heutzutage.

Vertalingen

Afrikaansbeweer
Catalaansafirmar; assegurar; asserir; asseverar
Deenshævde; påstå
Engelsassert; allege; claim; maintain
Esperantoaserti
Faeröersvátta; vissa
Fransaffirmer
Hongaarsállít
IJslandsstaðhæfa
Italiaansaffermare; asserire; sostenere
Latijnautumare
Nederduitsbewären
Nederlandsbeweren; poneren; verzekeren; stellen; claimen
Noorspåstå; hevde
Portugeesafiançar; assegurar; asseverar; certificar; garantir; sustenar
Saterfriesbehauptje
Spaansaducir; afirmar; aseverar; sostener
Westerlauwers Friesbeweare
Zweedshävda; påstå