Informatie over het woord aflei (Afrikaans → Esperanto: derivi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɑfləɪ̯/
Afbrekingaf·lei

Vervoeging

Tegenwoordige tijdVerleden tijd
aflei -
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
afleiendeafgelei

Vertalingen

Duitsableiten; herleiten; derivieren; abzweigen; shunten
Engelsderive
Esperantoderivi
Fransdériver
Nederduitsafleiden
Nederlandsafleiden
Portugeesderivar; fazer vir de
Saterfrieshäärleede; ouleede
Spaansderivar
Westerlauwers Friesôfliede; ôftaapje