Nederlands–Fries woordenboek
Friese vertaling van het Nederlandse woord samenvatten
Nederlands | Westerlauwers Fries (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(resumeren) | gearfetsje | resumi |
(aaneen; bijeen; tezamen; bij elkaar; saam; gezamenlijk) | tegearre ; ; | |
🔗 Wie had Charles en Allen ooit samen gezien? | ||
samenvatting (excerpt; overzicht; resumé; uittreksel) | gearfetting | |
(beetkrijgen; opvangen; pakken; vangen; vastpakken) | fange | |
🔗 Hij moet worden gevat, want hij is een gevaarlijk element. | ||
(begrijpen; snappen; verstaan) | ; ferstean | |
🔗 Je vat het nu wel. | ||
(aanvatten; nemen; pakken) | ||
(beetpakken; grijpen) | gripe | |
🔗 Zo sprekende schoof hij zijn schatten opzij, vatte de bezoeker bij de kraag en duwde hem met grote kracht naar de uitgang. |