Nederlands–Portugees woordenboek

Portugese vertaling van het Nederlandse woord spraak

Nederlands → Portugees
  
NederlandsPortugees (indirect vertaald)Esperanto
(claim; pretentie)
pretensão
🔗 Er werd vrolijk feestgevierd in het kasteel van York, waar prins Jan de edelen, geestelijken en aanvoerders had uitgenodigd die hem steunden in zijn eerzuchtige aanspraken op de troon.
(beeld; metafoor)
metáfora
(grammatica; spraakleer)
gramática
🔗 Voor naslagdoeleinden is na de lessen een overzicht van de spraakkunst gegeven met geheel verbogen en vervoegde woorden, die tot model van vele andere kunnen dienen.
spraakleer
(grammatica; spraakkunst)
gramática
falador
;
loquaz
🔗 Ik ben niet in een spraakzame stemming.
(tegenstrijdigheid)
antinomia
objecção
🔗 Deze tegenspraak gaf heer Bommel verse kracht.
tweespraak
(tweegesprek)
diálogo

NederlandsPortugeesEngels
spraaklíngualanguage
spraaklínguatongue