Nederlands–Portugees woordenboek
Portugese vertaling van het Nederlandse woord aanbouw
Nederlands | Portugees (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(aanleggen; optrekken) | construir ; edificar ; erigir | |
🔗 Wie heeft die oude steden gebouwd? | ||
(timmeren) | carpintejar ; construir de madeira ; desbastar | |
🔗 Dat is de plaats waar ik de jonk aan het bouwen ben. |
Vertaling door derde partijen:
- edifício (Bing)
Het woord aanbouw kon door ons niet in de geselecteerde doeltaal vertaald worden.