Woordenboek Nederlands–Esperanto
Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord vastleggen
Nederlands | Esperanto |
---|---|
(aanbinden; afmeren; meren; vastbinden; aanmeren) | |
(aantekenen; boeken; opnemen; registreren) | |
🔗 Bedoel je dat de notaris hier is om de koop vast te leggen? | |
(bepalen) | |
🔗 Hoe heeft men de eenheid van magnetische flux vastgelegd? | |
🔗 Ten eerste wordt er kooldioxide vastgelegd. | |
(neerleggen; deponeren) | |
🔗 De doden werden aan de kant gelegd. | |
(plaatsen; stationeren) | loki |
(doen; plaatsen; steken; stoppen; zetten) | |
🔗 Een oudere vrouw legde bloemen bij een geïmproviseerd altaar. | |
🔗 Ik legde mijn pijp op de tafel. | |
(stellen) | |
🔗 Forum voor Democratie‐leider Thierry Baudet legt de schuld van de Russische inval bij het Westen. | |
(blijvend; duurzaam; permanent; voortdurend) | ( permanenta ; ) |
🔗 Je bent nooit erg op vast werk gesteld geweest, wel? | |
(definitief) | () |
🔗 Sinds hij Jack had gezien, begonnen zijn vage plannen vastere vorm aan te nemen. | |
(bepaald; beslist; geheid; stellig; zeker; met zekerheid) | |
(gevestigd; hecht; stevig) | |
fikse | |
🔗 Hij sloop in die richting, het gevest van zijn zwaard vast omklemmend. | |
(pal; stevig) | |
(onbeweeglijk; star) | |
(solide) | |
🔗 Bij toevoegen van zoutzuur ontstond bovenop een olieachtige laag, die bij koelen vast werd. | |
(zeker; zeker wel) | |
🔗 Ik ben vast op het goede spoor. | |
(stellig; vaststaand; zeker; geheid) | |
🔗 Maar de uitgever is een vreemd iemand, dat is vast. |