Woordenboek Nederlands–Esperanto
Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord kil
Nederlands | Esperanto |
---|---|
(koud) | (; kolda ) |
🔗 Zo’n weeshuis is wat kil. | |
(geul; vaargeul) | |
(koud) | |
🔗 De wind begon kil uit de Nevelbergen in het oosten te waaien. | |
(kilte) | |
(fris; koel) | () |
🔗 Het is killig hierboven. | |
(kilheid) | |
🔗 Eén ogenblik voelde hij een kilte, diep in zijn ingewanden. | |
(koud worden; verkoelen) | |
🔗 Het roze marmer gaf hem een warm gevoel van binnen, dat echter plotseling verkilde toen hij een vreemd geklede figuur gewaar werd. |