Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord zich aankleden

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
; ;
🔗 Maar nu wil ik me aankleden.
(toilet maken);
get dressed
vestiĝi
mebli
(kleden)
vesti

NederlandsEngels
zich aankleden dress; dress oneself; get dressed; get into one’s clothes
aankleden dress; dressing; flesh out; get up; robe