Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord wetenschap
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Wat prachtig is de moderne wetenschap toch! | ||
computer science | ||
musicology | ||
pseudoscience | ||
🔗 En speciaal als ze een of andere pseudowetenschap als astrologie ontwikkeld hebben. | ||
taalwetenschap (linguïstiek; taalkunde) | ||
scientifically | science | |
🔗 Maar die was voorlopig niet in staat wetenschappelijk te denken. | ||
🔗 Deze uitspraak mist dus wetenschappelijke waarde. | ||
scientific | ||
🔗 Dit vergt wetenschappelijke arbeid. | ||
(geleerde; wetenschapper) | ; man of science | |
🔗 Het was nauwelijks te geloven dat een wetenschapsman, een wetenschapsman met een helder hoofd—ook al was hij volkomen harteloos in zijn werk—enige waarde kon hechten aan al die oude theorieën. |
Nederlands | Engels |
---|---|
wetenschap | ⇆ knowledge; ⇆ learning; ⇆ scholarship; ⇆ science |
exacte wetenschap | ⇆ exact science |
ervaringswetenschap | ⇆ empirical science |
gammawetenschappen | ⇆ social sciences |
gedragswetenschap | ⇆ social science |
geesteswetenschappen | ⇆ humanities |
kernwetenschap | ⇆ nuclear physics |
krijgswetenschap | ⇆ military science |
literatuurwetenschap | ⇆ study of literature |
menswetenschappen | ⇆ social sciences |
muziekwetenschap | ⇆ musicology |
natuurwetenschap | ⇆ natural philosophy; ⇆ natural science; ⇆ science |
rechtswetenschap | ⇆ jurisprudence |
staatswetenschappen | ⇆ political science |
taalwetenschap | ⇆ linguistics; ⇆ science of language; ⇆ philology |
voorwetenschap | ⇆ prescience; ⇆ foreknowledge |
wetenschappelijk | ⇆ learned; ⇆ scientific; ⇆ scholary |
wetenschapsman | ⇆ scientist; ⇆ man of science |