Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord vliegtuig

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
; ;
🔗 En waar moet dat vliegtuig landen?
amphibious aircraft
🔗 De boot stopte naast het amfibievliegtuig.
charter aeroplane
ĉarta aviadilo
(gevechtstoestel)
🔗 Aan de campagne deden zeker 30 gevechtsvliegtuigen mee.
(helikopter)
🔗 Het hefschroefvliegtuig was een bouwseltje dat alle liefhebbers van knutselen met bewondering zou vervullen, maar Tom Poes vertrouwde het in het geheel niet.
(jager)
🔗 De Baltische landen beschikken zelf niet over jachtvliegtuigen.
(lijntoestel)
🔗 In Iran is zondagochtend een passagiersvliegtuig met 48 inzittenden neergestort bij de internationale luchthaven van de hoofdstad Teheran.
rocket‐plane
(jet)
jet plane
;
🔗 Het straalvliegtuig was een Douglas DC‐9.
freight aeroplane
;
freighter
🔗 Hij wendde zich naar het transportvliegtuig, dat al met brullende motoren stond te wachten.
(gareel)
(canaille; geboefte; gespuis; grauw; rapalje; schorem; schorremorrie)
rabble
;
🔗 Ja, daarom zijn we hierheen gevlogen.
🔗 Natuurlijk vloog Jim de volgende dag een paar keer laag over haar huis.
🔗 En er vliegt zo’n zwarte vogel boven ons rond.
vliegtuigbemanning
aviadila homekipo
(loodsman; loods);
maritime pilot
(crash)
🔗 Wagner‐leider Evgenij Prigožin is om het leven gekomen bij een vliegtuigcrash ten noordwesten van Moskou, meldt een Telegram‐kanaal gelieerd aan het huurlingenleger.
vliegtuigkaper
skyjacker
(landingsgestel; onderstel)
undercarriage
airline passenger
freight aeroplane
;
freighter
🔗 In het oosten van Rusland is een Witrussisch vrachtvliegtuig neergestort.
seaplane
🔗 Met een watervliegtuig zouden we op zee kunnen landen.

NederlandsEngels
vliegtuig aeroplane; aircraft; airplane; flying machine; plane
amfibievliegtuig amphibious aircraft
chartervliegtuig charter aeroplane; charter plane
deltavliegtuig hang‐glider
gevechtsvliegtuig fighter
hefschroefvliegtuig helicopter
jachtvliegtuig fighter
lesvliegtuig trainer
lijnvliegtuig airliner; liner
oorlogsvliegtuig warplane
passagiersvliegtuig airbus; passenger plane
postvliegtuig mail aircraft; mail plane
raketvliegtuig rocket plane
sleepvliegtuig tow plane
sportvliegtuig private plane
straalvliegtuig jet; jet plane; jet‐propelled plane; jet‐propelled aircraft
tankvliegtuig tanker
transportvliegtuig transport; transport plane; transport aircraft
tuig gear; harness; rig; rigging; rig‐out; rig‐up; tackle; trash; vermin; strapping; tools; fishing‐tackle; stuff; rubbish; riff‐raff; rabble
turbineschroefvliegtuig turbo‐prop; turbo‐prop aircraft
verkeersvliegtuig airliner
verkenningsvliegtuig pathfinder; spotter; scouting plane; scout; reconnaissance aircraft
vliegen aviate; aviation; cut and run; fling; flit; fly; plane; race; zap; speed; scoot; sweep; tear; whirl
vliegtuigbemanning aircrew
vliegtuigbenzine aviation petrol; aviation spirit
vliegtuigbouw aircraft construction
vliegtuigcrash plane crash
vliegtuigfabriek aircraft factory
vliegtuigindustrie aircraft industry
vliegtuigkaper skyjacker; hijacker
vliegtuigkaping hijacking of a plane; hijacking
vliegtuigmoederschip carrier
vliegtuigmonteur air mechanic
vliegtuigmotor aero‐engine; aircraft engine
vliegtuigongeluk crash; aircraft crash; air crash
vliegtuigpassagier airline passenger
vrachtvliegtuig freighter; freight aeroplane; freight plane; cargo aircraft
watervliegtuig hydroplane; seaplane; water‐plane