Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord say

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
🔗 It was just the way I said.
(hey)
zeg
he
(read)
(for example; for instance; e.g.; i.e.)
ni diru
(participation)
kundecidpovo
(tell);
🔗 Then we heard the mass and the priest said to say a prayer for the pope.
before you can say Jack Robinson
(before you know it; in a twinkling; off‐hand; before you could say Jack Robinson; in a brace of shakes; in a jiffy; in a shake; in the twinkling of an eye; in two shakes; in two shakes of a lamb’s tail)
before you could say Jack Robinson
(before you know it; in a twinkling; off‐hand; before you can say Jack Robinson; in a brace of shakes; in a jiffy; in a shake; in the twinkling of an eye; in two shakes; in two shakes of a lamb’s tail)
it goes without saying
(naturally; obviously; of course; that goes without saying)
hearsay
(fame; renown; repute; rumour; kudos)
; ; ; ; ;
hearsay
(rumour)
;
zegging
(maxim; proverb; adage)

EngelsNederlands
say!zeg, hoor eens!
saybidden; bijvoorbeeld; inspraak; laten we zeggen; medezeggenschap; opzeggen; pakweg; spreken; zeg; zegge; zeggen; zeggenschap
as you say!wat je zegt!
before you can say Jack Robinsonbinnen de kortste keren; in de kortste keren; in een wip
before you can say knifebinnen de kortste keren; in de kortste keren
before you could say Jack Robinsonin een wip
… has a lot to be said for iter is veel te zeggen voor …
have a sayinspraak hebben; medezeggenschap hebben; ook iets te zeggen hebben
have a say ininspraak hebben bij
have little to say aboutweinig te zeggen hebben op; weinig weten aan te voeren tegen
have little to say for oneselfweinig te vertellen hebben
have nothing to say for oneselfmet de mond vol tanden staan; met zijn mond vol tanden; met zijn mond vol tanden staan
have one’s sayzeggen wat je op het hart hebt; zijn zegje doen
have plenty to say of oneselfniet op zijn mondje gevallen zijn
have some sayook iets te zeggen hebben
have you nothing to say for yourself?hebt u niets te zeggen tot uw verontschuldiging?
he will have nothing to say tohij wil niets te maken hebben met
if I had any say in the matterals het aan mij lag
I’ll say that for himdat moet ik hem nageven
I sayhee; toe
it goes without sayingdat spreekt vanzelf; het behoeft geen betoog; het is vanzelfsprekend; het spreekt vanzelf
it is early days yet tohet is nog de tijd niet om; het is nog wat vroeg om
it is safe to saymen kan gerust zeggen
it sayser staat; er staat geschreven
it says a lot forhet getuigt van
it says thater staat dat
least said, soonest mendedhoe minder je ervan zegt, hoe beter; spreken is zilver, maar zwijgen is goud; spreken is zilver, zwijgen is goud
let me have my saylaat mij uitpraten
let somebody have his sayiemand laten uitspreken
let somebody say his sayiemand laten uitspreken
needless to sayhet spreekt vanzelf; onnodig te zeggen; ten overvloede
never say diegeef het nooit op
no sooner said than donezo gezegd zo gedaan
one is safe in sayingmen kan gerust zeggen
say naytegenspreken; weigeren
say on!zeg op!
say one’s piecezijn zegje doen
say one’s prayersbidden
say one’s sayzeggen wat je op het hart hebt; zijn zegje doen
say one thing and mean anothermet twee monden spreken
say outhardop zeggen
say overvoor zichzelf opzeggen
say the wordzeg het maar
that is not to say thatdat wil nog niet zeggen dat
that is to saydat wil zeggen; ofwel; wel te verstaan
that’s saying a good dealdat is veel gezegd; dat wil wat zeggen
that’s what it saysdat is wat er staat; zo staat het er
there is nothing to be said against itdaar is niets op af te dingen
though I say it myselfal zeg ik het zelf
to say nothing of …… nog daargelaten
to say nothing ofnog gezwegen van; om nog maar niet te spreken van; om nog maar te zwijgen van
to say the leastop zijn minst genomen; op zijn zachtst gezegd; op zijn zachtst uitgedrukt
what would you say toals we nou eens
when all is said and doneper slot van rekening
you don’t say!je meent het!; wat u zegt!
hearsaygeruchten; praatjes
saidgemeld; genoemde
sayinggezegde; spreekwijs; spreekwijze; spreekwoord; spreuk; zeggen; zegswijze
unsayherroepen