Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord snoer

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(halssnoer)
necklace
(koord; lijn; touw); ; ;
(reeks; rist; rozenkrans)
rosary
(collier; halsketting; snoer)
necklace
(vislijn; vissnoer)
fishing‐line
directive
guidebook
; ;
ŝnuri

NederlandsEngels
snoer band; chaplet; cord; flex; line; rope; string
elektriciteitssnoer flex
halssnoer chaplet; necklet; torque; necklace
hengelsnoer fishing‐line
kralensnoer bead necklace
parelsnoer pearl‐necklace; rope of pearls
richtsnoer directive; line; line of action
rijgsnoer lace; shoe‐lace
snoeren string; tie; lace
verlengsnoer extension cord; extension lead