Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord sleutelwoord

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
sleutelwoord
keyword
(muzieksleutel)
🔗 Het is de sleutel van de schatkist.
🔗 Als bedreigd lid van de groep was zij de sleutel tot het geheim.
🔗 Elk woord is hier te veel.
🔗 Je hebt het woord „moordenaar” gebruikt.
🔗 Het woord is aan de markies de Cantecler.
🔗 En u moet nu maar erg op uw woorden passen!
🔗 De drager van deze ring moet zich altijd aan zijn woord houden, zie je?

NederlandsEngels
sleutelwoord key; keyword
sleutel cipher; clef; damper; key; wrench
woord parole; word; vocable