Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord praktijk
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
clientèle | ||
🔗 Nu heb ik eindelijk een kans om een praktijk op te bouwen. | ||
🔗 Mijn vader had daar zijn praktijk. | ||
(gebruik) | custom ; mores ; ; | |
(praktisch) | practically | |
🔗 Maar in de praktijk had Putin nog steeds de macht. | ||
(beoefenen; betrachten; uitoefenen; praktizeren) | ; put into practice | |
🔗 Ik ga nu mijn theorie in praktijk brengen. | ||
(in de praktijk) | practically | |
practical | ||
🔗 Amerikanen zijn niet erg praktisch in dit soort zaken. | ||
(bijna; vrijwel; zo goed als) | ; | |
🔗 Hij is praktisch nooit ziek, en die keer juist wel. | ||
(beoefenen; betrachten; uitoefenen; in praktijk brengen) | ||
🔗 Hij was een zeer gerenommeerde arts die in Harley Street praktizeerde. |
Nederlands | Engels |
---|---|
praktijk | ⇆ practice; ⇆ praxis |
de praktijk neerleggen | ⇆ retire from practice |
een praktijk uitoefenen | ⇆ practise |
in de praktijk | ⇆ for all practical purposes; ⇆ in practice; ⇆ in real life; ⇆ in the field; ⇆ practically; ⇆ virtually |
in praktijk brengen | ⇆ practise; ⇆ put into practice; ⇆ reduce to practice; ⇆ put in practice |
fondspraktijk | ⇆ panel practice |
groepspraktijk | ⇆ group practice |
practicum | ⇆ practical training |
practicus | ⇆ practician; ⇆ practical person |
praktijkruimte | ⇆ practitioner room |
praktisch | ⇆ businesslike; ⇆ hands‐on; ⇆ hard‐headed; ⇆ practical; ⇆ practically; ⇆ pretty nearly; ⇆ virtually; ⇆ sensible; ⇆ sensibly; ⇆ serviceable; ⇆ practicable; ⇆ workable; ⇆ for all practical purposes |
praktizeren | ⇆ be in practice; ⇆ practise |