Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord plank

Engels/Nederlands
Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(schap)
🔗 Helemaal beneden nam ik een lantaarn van de plank.
;
plank
🔗 Zonder verder aandringen rende Sabriël de plank over, met Mogget achter zich aan.
🔗 De bestiara leverden ook problemen op, want voor zover ze die al kon vinden, waren ze vastgeketend aan de boekenplanken.
gangway
🔗 Snel liep Arutha de loopplank op, zijn zwaard in de aanslag.
springplank
spring‐board
strijkplank
ironing‐board
surfplank
surfboard

NederlandsEngels
plank⇆ batten; ⇆ board; ⇆ plank; ⇆ shelf
de plank misslaan⇆ be off of the mark; ⇆ be beside the mark; ⇆ be wide off the mark
er een van de bovenste plank zijn⇆ be a first‐rate fellow
gas op de plank geven⇆ step on the juice
het ging van dik hout zaagt men planken⇆ it was lacking in subtlety
op de planken staan⇆ tread the boards; ⇆ tread the stage
boekenplank⇆ book‐shelf; ⇆ shelf
broodplank⇆ bread board; ⇆ trencher
duikplank⇆ diving‐board
hoedeplank⇆ back‐shelf; ⇆ parcel shelf
kaasplank⇆ cheeseboard
leesplank⇆ hornbook
loopplank⇆ catwalk; ⇆ duck‐board; ⇆ gang‐plank; ⇆ gangboard; ⇆ gangway
plankenkoorts⇆ stage fright
plankzeilen⇆ windsurf; ⇆ sailboarding; ⇆ windsurfing
plankzeiler⇆ windsurfer; ⇆ sailboarder
slijpplank⇆ knife‐board
snijplank⇆ cutting board
springplank⇆ diving‐board; ⇆ pad; ⇆ stepping‐stone; ⇆ spring‐board
strijkplank⇆ ironing‐board
surfplank⇆ surfboard; ⇆ sailboard
tekenplank⇆ drawing‐board
treeplank⇆ foot‐board; ⇆ running board; ⇆ sill; ⇆ footplate
vleesplank⇆ trencher; ⇆ carving board; ⇆ chopping‐board