Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord kruk

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(zwengel)
🔗 Toen Farid hem vrijdag sprak, was hij net ontslagen uit het ziekenhuis en liep hij op krukken.
(stoffel; sukkel)
maladroit
(taboeret)
bar stool
drinkeja tabureto
🔗 Ze gleed van haar barkruk en verdween.
🔗 Heel behoedzaam probeerde hij de deurkruk.

NederlandsEngels
kruk bungler; crank; crutch; duffer; handle; stool; tabouret; winch
barkruk bar stool
deurkruk door‐handle; handle
kantoorkruk office stool
krukas crank‐shaft
krukken bungle
krukkig clumsy
pianokruk piano‐stool