Informatie over het woord barkruk (Nederlands → Esperanto: drinkeja tabureto)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈbɑrkrɵk/
Afbrekingbar·kruk
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudbarkrukken

Voorbeelden van gebruik

Tom Poes gehoorzaamde en gezeten op een hoge barkruk legde hij zijn aanbod uit.
Ze gleed van haar barkruk en verdween.

Vertalingen

Engelsbar stool
Esperantodrinkeja tabureto
Spaanstaburete