Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord broek

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
shorts
;
short pants
;
knee‐breeches
;
culottes
; ; ; ;
fen
;
marshland
;
morass
;
quag
;
quagmire
;
🔗 Terwijl J.T. Maston deze woorden uitsprak, had Michel Ardan zonder hem te onderbreken zijn wijde broek aangetrokken en nog geen twee minuten later ijlden de beide vrienden zo snel als hun benen hen dragen konden door de buitenwijken van Tampa Town.
shorts
;
short pants
korte broek
shorts
korte broek
shorts
(broek; pantalon)
🔗 Ik was vast van plan met deze som gelds naar C&A te gaan om er een geheime lange broek van te kopen.
trousers wearing
pantalonportanta
🔗 Hij deed een greep in zijn broekzak.
(culotte)
knee‐breeches
🔗 Gekleed in een wijde kniebroek van grof grijs linnen was Claghorn bezig met een bijl takken te kloven tot kachelgrote houtjes.
panties
;
underpants
;
briefs
🔗 Hij droeg alleen nog maar een korte onderbroek.
tar
;
jack‐tar
sperta matroso
🔗 Of zou de dood van Gamle Hans, de oude pikbroek, toch nog hieraan te wijten zijn?
(jeans)
jeans
🔗 De EU heeft al eerder aangekondigd Amerikaanse producten zoals spijkerbroeken, Harley Davidson‐motoren en pindakaas extra te zullen belasten.

NederlandsEngels
broek breech; breeching; breechs‐buoy; pair of trousers; trousers
het in zijn broek doen shit oneself
het in zijn broek doen van angst shit oneself
iemand achter de broek zitten keep somebody up to scratch
korte broek shorts
lange broek slacks
voor de broek geven breech; spank
voor de broek krijgen be spanked
zijn vrouw heeft de broek aan his wife wears the breeches
broekbos carr
broekje sapling; underpants; panties; shorts; short pants; kid; trunks
broekpak trouser suit
broekriem belt
broekrok culottes; divided skirt
broeksband waist‐band
broekspijp trouser‐leg; trouser
broekzak trouser pocket; trousers pocket
elzenbroek alder carr
flodderbroek floppy trousers
gymbroek gym slip
harembroek harem trousers
hemdbroek combinations
heupbroek hipsters; hipster trousers
kniebroek hose; knee‐breeches; knickerbockers; breeches
onderbroek drawers; knickers; pair of drawers; pants; underpants; pair of underpants; briefs; panties; shorts
pikbroek jack‐tar; tar
pofbroek trunk‐hose; knickerbockers; plus‐fours
rijbroek riding breeches
spijkerbroek blue jeans; jeans
streepjesbroek striped trousers
trainingsbroek tracksuit trousers
tuinbroek dungaree; dungarees